Chantal schrijft | Mijn persoonlijke blog

Hersenspinsels aflevering 2: De diagnose

Als ik me na een paar dagen nog steeds beroerd voel en inmiddels praat alsof ik dronken ben, maak ik een afspraak bij de huisarts. Die stuurt me vrijwel direct naar de SEH in het Franciscus. Daar wordt bloed geprikt, het eerste infuus wordt gezet en er wordt een CT-scan geregeld. Geen idee wat dat precies is, maar een lieve vriendin zegt me rustig te blijven en tijdens het onderzoek het alfabet op te zeggen.

3x heen en weer

Ik word opgehaald in een rolstoel, moet al mijn sieraden in zo’n vies kartonnen spuugbakje doen en ga dan op de tafel liggen. Ik ril als een rietje als de verpleegster me uitlegt wat ze gaan doen. Als het apparaat aan gaat (‘slechts 3x heen en weer’), ben ik alleen met mijn gedachten en heel, heel veel herrie. Het lijkt wel of er naast me een vliegtuig opstijgt.

Voor mijn gevoel duurt het eeuwen. M’n ademhaling wordt onrustig, mijn gezicht tintelt. Ik herken het van de bevalling van Fay: hyperventilatie. Rustig in- en uitademen, kom op, doe normaal. Maar ik verlang wanhopig naar het geluid van de deur, dat iemand me verlost uit deze claustrofobische toestand en gewoon zegt dat er niks aan de hand is. Het ABC krijs ik in mijn hoofd, maar het leidt niet af. ‘Ik ken de volgorde van de letters nog wel’, schiet het door mijn hoofd.

De verpleegster komt terug: de arts wil nog een scan met contrastvloeistof. Ze spuit een goedje in het infuus, ik krijg het bloedheet en dan weer dat apparaat in. 1…2…3…

4 januari

Als ik terug bij Jasper ben in een steriel, kil en sfeerloos behandelkamertje, kijk ik op de klok. Daar staat de datum: 4 januari. ‘Het zou wel eens de dag kunnen zijn waarop mijn leven onvoorstelbaar verandert’, denk ik nog…

En dan gaat rond 14:00 uur de deur open. Een jonge meid met een veel te ernstig gezicht gaat zitten, ze kijkt me aan: ‘Ik heb geen goed nieuws voor u. We hebben een bloeding gevonden.’

Ik ben compleet verdoofd. Wat zegt ze nou? Wat betekent dit? Ga ik dood? Ben ik nu in levensgevaar? Ik wil niet dood. Hoezo een rare plek en een rare vorm? De arts draait een zakelijk praatje af en laat ons achter met 1000 vragen en 0 antwoorden.

Het is stil. Jasper en ik kijken elkaar aan. ‘We hebben al zoveel overwonnen, dit gaan we ook doen, samen.’

We besluiten mijn moeder, die bij de kinderen is, pas te bellen als we zelf iets meer weten. Het is nu Jasper, ik, de angst en de klok.

M’n wollen trui en spijkerbroek plakken aan mijn bezwete, rillende lijf. Ik voel de straaltjes zweet letterlijk over mijn rug lopen. En dan moet ik zoiets banaals en tegelijk normaals als plassen. Een jonge verpleger komt me helpen en rijdt me, weer in diezelfde rolstoel, naar het toilet. Onderweg vraagt hij: ‘Gevallen?’ En voor het eerst zeg ik het hardop: ‘Nee, ik heb een hersenbloeding gehad.’

DELEN:
Facebook
Twitter
WhatsApp
Email

2 reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Andere verhalen