Chantal schrijft | Mijn persoonlijke blog

In het ziekenhuis na de kijkoperatie

Hersenspinsels aflevering 5: Spread the news

In de serie Hersenspinsels vertel ik chronologisch over mijn ervaringen na het krijgen van een hersenbloeding. In aflevering 5 vertel ik over de tweede dag in het ziekenhuis. Het is op dat moment 5 januari 2023 en ik ben sinds gisteren opgenomen in het Erasmus MC. Uit een CT-scan is gebleken dat ik een hersenbloeding heb gehad.

Ik ben weer terug uit de OK na een geslaagde kijkoperatie. Jasper is onderweg met de kinderen die ik al 24 uur niet gezien heb. Hij moest eerst nog even zijn pak ophalen voor de uitvaart van zijn vader morgen. Het verlies waar ik vorige week nog zo verdrietig om was lijkt nu heel ver weg. Het verdriet om mezelf is zoveel groter nu dat het alle ruimte inneemt. En daar voel ik me schuldig om, want mijn man moet morgen zijn vader wegbrengen en de kinderen hun opa en ik kan hen niet tot steun zijn. Maar ik ben te moe om me er tegen te verzetten.

Slow motion

Ik lig plat in bed met een beurse lies en een droge boterham met hagelslag op het tafeltje naast me. Ik heb niet meer gegeten sinds gistermiddag, maar nu het weer mag, heb ik geen trek. Ik spoel de snee brood met appelsap weg en probeer te luisteren of ik de kinderen al op de gang hoor. En dan zijn ze er eindelijk. Ik denk dat ik zelden een knuffel van hen zo intens heb beleefd. Ik probeer niet te huilen en een grapje te maken om ze niet te laten schrikken van de staat waarin ik verkeer. De narcose heeft geen goed gedaan aan mijn spraakvermogen. Ik praat nu echt in slow motion. Bij Fay zie ik eerst vooral opluchting, Beau voelt zich ongemakkelijk en begint te giechelen: ‘Mama, je lijkt nu wel op zo’n uitlegfilmpje van school. Die filmpjes zijn ook altijd zo traag!’

Chantal met de hersenbloeding

We lachen alle vier en kletsen nog wat tot daar toch opeens de tranen zijn. Bij mij, bij Fay. Ze zit naast me en houdt mijn hand vast. Ze streelt me over mijn haar en ik ben vooral moe. Jasper stuurt de kinderen even naar de familiekamer, zodat ik kan rusten. Als we daar zo samen zitten, realiseren we ons dat het misschien nu tijd is om wat meer mensen te informeren over mijn hersenbloeding. Werk, voetbal, vrienden, familie en collega’s. Maar hoe doe je dat? Hoe vertel je iets over jezelf waarvan je het zelf maar nauwelijks kunt bevatten? Ik vind het moeilijk, want als je het vertelt, ben je het slachtoffer, de patiënt, ben ik niet meer Chantal, maar ‘Chantal met de hersenbloeding’. 

Jasper typt een bericht dat we delen in een aantal groepsapps en hij belt mijn manager, die kerstvakantie heeft. Ik besluit dat ik een aantal vriendinnen en twee van mijn fijnste collega’s zelf wil bellen. Het voelt te groot om het naar hen af te doen met een appje. Want ik hou van hen en van mijn werk. Soms iets te veel van dat laatste, maar dat ging ik anders doen in het nieuwe jaar, had ik me voorgenomen. Dat ik nu voorlopig helemaal niet kan werken, is bizar. 

Grote mannen met tranen

Het vertellen valt me zwaar. Het spreken gaat echt heel moeilijk en de bom die ik laat vallen is in elk gesprek immens groot. Het is confronterend voor mezelf om uit te spreken dat ik een hersenbloeding heb gehad. Maar ergens is het ook bevrijdend om te delen wat me is overkomen. Ik heb Lynn gevraagd de rest van mijn team te informeren, maar als zij in de teamchat iedereen bij elkaar belt en mijn telefoon om een vage reden nog ingelogd is, besluit ik in een impuls op te nemen. Ik ben altijd heel open naar mijn team, ik zie ze bijna vaker dan het thuisfront en ik heb opeens heel erg de behoefte hen zelf te spreken. Ik stamel dat ik ook in de call zit. Ik zet mijn camera aan. Ik ben spierwit, mijn haar zit op mijn hoofd geplakt en ik heb mijn ziekenhuisjasje nog aan. Ik gooi het eruit en zie grote mannen met tranen. Als ik ophang, besef ik hoe ik deze club ga missen.

’s Middags komen mijn ouders langs. Ook hen zie ik voor het eerst sinds de diagnose. Ik zie de schrik en bezorgdheid in hun ogen als ze me zien liggen in mijn ziekenhuisbed. De tranen vloeien rijkelijk, bij ons allemaal. Op mijn telefoon vliegen de geschokte reacties binnen en bij elk appje groeit het besef dat er echt iets ernstigs met me is gebeurd.

Doodop

Aan het begin van de avond, word ik voor de derde keer verplaatst. Nu van de Acute Opname naar de Stroke Unit, een afdeling voor mensen met een beroerte. Ik lig in een kamer alleen met prachtig uitzicht over Rotterdam. Het feit dat ik letterlijk de wereld om me heen kan zien, geeft figuurlijk wat ademruimte. Ik ben doodop. Ik heb al twee nachten niet geslapen, ik eet nauwelijks. Tegen de tijd dat mijn broer en zus ’s avonds komen, kan ik niets meer. Ik ben volledig uitgeput, niet meer in staat tot wat dan ook. Ik lig opgekruld onder een warme deken en krijg er geen woord meer uit. Ik kan de prikkels van de afgelopen 36 uur niet meer verwerken. M’n broer en zus trekken de deken nog wat verder over me heen, geven me een kus en gaan naar huis. En voor het eerst sinds ik in het ziekenhuis ben val ik eindelijk in een diepe slaap.

 

DELEN:
Facebook
Twitter
WhatsApp
Email

Eén reactie

  1. Wow Chantal, per toeval ben ik op LinkedIn op je site gekomen en lees je blog met tranen. Wat is het leven toch kwetsbaar.
    Sterkte en blijf vooral schrijven! Liefs Dieneke

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Andere verhalen